Wolven en wilde honden paren in een periode van het jaar, aan het eind van de winter. De jongen worden twee maanden later geboren, in de lente. De grootte van de worp is verschillend per soort.
Manenwolven krijgen de minste jongen, slechts twee. Een wolf krijgt tussen de drie en acht jongen. Hyenahonden krijgen Max. zestien worpen.
Ongeveer zes weken na de paring zoekt het vrouwtje een grot, holle boom of een ondergrondse hol. Daar zullen de jongen geboren worden.
Bij de geboorte zijn de jongen klein en hulpeloos. Pasgeboren jongen zijn eenentwintig centimeter. Hun ogen zijn dicht en ze kunnen niets horen of op hun zwakke pootjes staan. Ze kruipen tegen hun moeder aan om warm te blijven. Zoals alle zoogdieren krijgen ze moedermelk te drinken. Na twee weken gaan de ogen open.
Na acht weken zijn jonge wolven levendig. Hun snuit is langer geworden en lijken meer op volwassenen wolven. Wanneer ze het veilige hol verlaten, komen andere leden van de troep kijken. Met hun gaan ze naar een plek en daar oefenen ze met jagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten